klik op de witte balken om een nieuw blad te openen

Can

 

Can heeft meestal één van de volgende betekenissen:

in staat zijn : I can ride a horse

mogelijkheid : We can stay with my brother when we are in Paris.

toestemming : You can drink alcohol when you're eighteen

Can wordt altijd gevolgd door het hele werkwoord (infinitive)

Tegenwoordige tijd (present)

 

I can

You can

He,she it can

We can

You can

They can

ontkenningen met Can

als je het woordje 'not' gebruikt is er sprake van een ontkenning

I can't (=can not of cannot)

you can't (=can not of cannot)

he she it can't (=can not of cannot)

we can't (=can not of cannot)

you can't (=can not of cannot)

they can't (=can not of cannot)

Tvragen met Canag 8

Je maakt een vraag door can vooraan te zetten

Can I go now ?

Een vraag is beleefder als je met could begint in plaats van can

 

Could you slow down, please ?

NB. Can (en could) worden altijd gevolgd door het hele werkwoord

Verleden tijd (past)

I could

You could

He,she,it could

We could

You could

They could

de ontkenning met not is altijd couldn't (=could not)

be able to

 

Als can 'in staat zijn' betekent dan kun je meestal ook be able to gebruiken

I can speak Chinese. is hetzelfde als I'm able to speak Chinese.

Omdat het werkwoord can bv geen voltooid deelwoord heeft zul je vaak be able to moeten gebruiken. Kijk eens naar de volgende zinnen.

Ik heb het niet kunnen afmaken. - I haven't been able to finish it.

Hij heeft me kunnen helpen. - He has been able to help me.

! GEBRUIK BE ABLE TO ALS JE 'VAST' ZIT !

be allowed to

 

 

Als can 'mogen' betekent (toestemming) dan gebruik je be allowed to

You can go to the disco tonight. is hetzelfde als You're allowed to go to the disco tonight.

Ik heb haar auto niet kunnen (= mogen) lenen. - I haven't been allowed to borrow her car.